De eerste sneeuw kondigt barre tijden aan voor dieren in de natuur. Winter zorgt niet alleen voor vrieskou, eten wordt ook schaarser en de meeste dieren krijgen het steeds moeilijker om zichzelf en hun jongen te voorzien van voedsel. Alsof dat nog niet genoeg is, zorgt net dan de jacht voor heel wat bijkomende dierenellende. ‘Duurzaam natuurbeheer’ heet dit meestal. De natuur kent geen mededogen, maar sommige mensen doen er graag nog een schepje bovenop.
>> Lees verder …
Wat hier staat is pure onzin. Jagers zorgen ook voor dieren. Leggen wildakkers aan, hangen zoutblikken op voor grofwild en waar dat binnen de wet en wenselijkheid past wordt ook gevoerd om goede populatie in stand te houden.
Een jager zou wel gek zinn hongerende dieren te bejagen, laat staan als ze in hun gezonde aantal bedreigd worden.
Alleen bij een gezonde of boventallig aantal heeft jagen en beheren nut. Je wilt wat je schiet eten als het gezond en smaakvol is, niet een ongezond hongerend stuk.
Vossen zijn rücksichtlos. Ze bejagen wat gemakkelijk voorhanden is. Dat zijn ook muizen en ander stapelbed. Maar zieken of verzwakte dieren laten ze gaan als ze een vettere kluif kunnen pakken.
Dat zijn vaak niet de boventallige ganzen, die hen ook te slim af zijn met hun waakzaamheid.
Wél de gemakkelijke prooien aks weidevogels, die enorm onder druk staan. En ja ook (jonge) hazen, konijnen, fazanten, patrijzen enz.
Vossen zijn in een fragiel, onnatuurlijk landschap als Nederland, zonder ruige bedekking, moordmachines.