De KNVvN ziet perspectief voor de groene boa – de boswachter en jachtopzichter – nadat minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid overleg heeft met boa-bonden: gemeenten bepalen voortaan de
veiligheid van de groene toezichthouder.
Rolf Overdiep, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Natuurtoezicht – de KNVvN, ziet het toekennen van de wapenstok als een positieve ontwikkeling. De groene boa die toezicht houdt en handhaaft in het buitengebied, opereert meestal alleen. Een meer complete uitrusting geeft de groene boa een daadkrachtige uitstraling en de gebruikers in het buitengebied weten zich beter
beschermd.
Dienstpistool
Nu de burgemeester, politie en justitie per gemeente naar de specifieke taak van de boa gaan kijken en daar de uitrusting op kunnen afstemmen, geeft dat ruimte aan het verhogen van de veiligheid van de boa bij het uitoefenen van zijn meestal solistische taak. ‘De KNVvN hield vorig jaar een publieksonderzoek en daaruit bleek dat gebruikers van het buitengebied meer vertrouwen hebben in een goed bewapende boa dan dat die alleen over handboeien beschikt. Sterker nog, de meeste respondenten vinden dat een boa volledig bewapend moet zijn, tot en met het dienstpistool’, aldus Overdiep.
Veiligheid
Het buitengebied is steeds vaker het toneel van zware criminaliteit. De flora en fauna hebben zwaar te lijden onder de groter wordende recreatiedruk – zeker met coronacrisis – en de toenemende, veelal drugsgerelateerde zware criminaliteit. Dat vraagt om adequaat toezicht en handhaving met daarbij de maximale inzet van middelen. Traditioneel zijn groene boa’s wat ruimer uitgerust dan hun blauwe collega’s maar er valt nog veel te verbeteren. Overdiep: ‘Want handhaven gebeurt overdag maar vooral ’s nachts. Warmtebeeldcamera’s, stevige terreinwagens, volledige bewapening, strakke samenwerking met de politie, allemaal zaken die horen bij toezicht en handhaving voor een veilig en leefbaar buitengebied.’